1. In de wetgeving van de Unie of van de lidstaat kan het toepassingsgebied van de rechten en verplichtingen waarin de artikelen 5 tot en met 8 voorzien, bij wettelijke maatregel worden beperkt wanneer deze beperking in overeenstemming is met de wezenlijke inhoud van de grondrechten en fundamentele vrijheden en een noodzakelijke, passende en evenredige maatregel in een democratische samenleving is ter vrijwaring van een of meerdere algemene openbare belangen als bedoeld in artikel 23, lid 1, onder a) tot en met e), van Verordening (EU) 2016/679 of een taak op het gebied van toezicht, inspectie of regelgeving die verband houdt met de uitoefening van het openbaar gezag voor deze belangen.
2. Aanbieders van elektronische-communicatiediensten voeren interne procedures in voor de afhandeling van verzoeken om toegang tot elektronische-communicatiegegevens van eindgebruikers op basis van een krachtens lid 1 vastgestelde wetgevende handeling. Zij verstrekken de bevoegde toezichthoudende instantie op verzoek informatie over deze procedures, het aantal ontvangen verzoeken, de aangevoerde wettelijke motivering en het antwoord daarop.